De Mariakapel
Het Maria-altaar
Titel kunstwerk: Altaar O.-L.-V. van de Rozenkrans
Type kunstwerk: beeldhouwwerk
Kunstenaar:
- Sebastiaan de Neve (1612-1676)
- Jan Pieter I van Baurscheit (1669-1728)
MANNAERTS Rudi, Sint-Paulus. De Antwerpse dominicanenkerk, Antwerpen, 2014: p. 87-89:
Vanaf 1650 voert Sebastiaan de Neve het ontwerp en de aanzet voor dit grootse barokke portiekaltaar van zijn leermeester (Huybrecht Van den Eynde?) verder uit. Maar omdat hij bij de bekroning betrapt wordt op het aanwenden van minderwaardige materialen, wordt De Neve wandelen gestuurd. Pas tachtig jaar later, in 1728, vervolledigt Jan-Pieter I van Baurscheit de bekroning van het Maria-altaar.
Datering:
Sebastiaen de Neve (1650), bekroning door Jan-Pieter I van Baurscheit (1728)
Stijl: barok
MANNAERTS Rudi, Sint-Paulus. De Antwerpse dominicanenkerk, Antwerpen, 2014: p. 87-89:
Eigentijdse motieven zijn de salomonszuilen, de hoorn van overvloed, de reuzenvoluten van de bovenbouw met daarop de in aanbidding knielende engelenfiguren. Innoverend is de opstelling: omdat de flankerende paren getorste zuilen concaaf geplaatst zijn, leggen ze meer de nadruk op het altaarschilderij. Nieuw en eleganter is de monumentale bovenbouw waarvan het strakke architecturale lijnenspel vervangen wordt door twee reusachtige golvende voluten met bovenaan een scherpe knik, die levensgrote figuren dragen. Een rubensiaans motief op de marmeren getorste zuilen is de toevoeging van tientallen dartele putti en engeltjes in de opklimmende ranken.
Materiaal: Belgisch zwart marmer. Carrara marmer.
Donnet:
Portiekaltaar met vier getorste zuilen in Carraramarmer. De oorspronkelijk houten bekroning werd in 1728 door marmer vervangen.
Antependium in verguld hout met Mariamonogram.
Afmetingen: 1520 x 550 cm.
Inventarisnr.:
SIRJACOBS Raymond, Sint-Paulus-Info, nr. 70, Inventaris van het patrimonium van de Antwerpse Sint-Pauluskerk, dl. I, 2006: p. 1743, nr. A 02.
PA.029.A0003 (Donnet)
Locatie: Maria-altaar
MANNAERTS Rudi, Sint-Paulus. De Antwerpse dominicanenkerk, Antwerpen, 2014: p. 87-89:
Het barokke meubilair, zoals het altaar met zijn vier salomonszuilen, evenals de communiebank, het gestoelte en de lambriseringen in de noordbeuk, is overvloedig op gesmukt met florale mariale motieven, groeiend aan stengels en struiken, verwerkt in guirlandes of als trofeeën in de handen van engelen of putti. Sommige oud testamentische vergelijkingen met planten en bloemen werden door de litanieën voorgoed geassocieerd met deugden van Maria. De roos is de aangename bloem bij uitstek door haar schoonheid en haar indringende geur (aldus Jezus Sirach, alias Ecclesiasticus, 24:14). Geen toeval dus dat de krans van gebeden tot Maria met een rozenkrans vergeleken wordt. De indringende geur van de roos, ‘Maria’, brengt de putti die bloemen vergaren haast in een roes. De witte lelie symboliseert de zuiverheid. Maria is immers onder de meisjes als een lelie onder de doornen (Hooglied 2:2). Takken van rozelaars en druivelaars lopen door elkaar. Op een altaar staat de druiventros zeker voor de Eucharistie, maar in een mariale context ook voor Jezus: ‘de gezegende vrucht van Maria’s schoot’.
Het laatbarokke beeldhouwwerk van de bovenbouw verbeeldt nogmaals het thema van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, waarbij Sint-Dominicus het gebedssnoer uit de hand van Maria in ontvangst neemt. In afwachting dat ook Sint-Catharina van Siena een rozenkrans toebedeeld krijgt, wil het Jezuskind het verlangend gebaar van haar uitgestoken hand affectief beantwoorden. Het christelijk wapen van Jeruzalem, onder Maria, verwijst naar het genootschap van de Jeruzalemvaarders, dat ca. 1629 in de schoot van de Rozenkransbroederschap ontstaan is. Het geheel wordt bekroond door een reusachtig Mariamonogram.
DONNET:
Antependium in verguld hout met Mariamonogram. F.D.V.K. betekent Frater Dominicus Van Ketwigh.
In de centrale nis zit Maria met het Jezuskind neer, zij schenkt een rozenkrans aan de heiligen Dominicus en Catharina. Boven het altaarstuk, het wapen van Jeruzalem.
Aparte onderdelen van dit kunstwerk: /
Onderdeel van een groter geheel: /
Opdrachtgever:
Schenker:
Voorstudies:
Herkomst:
Verdere geschiedenis:
Restauraties:
Tentoonstellingen:
- A) Andere kunstwerken die dit kunstwerk hebben beïnvloed:
- Dit kunstwerk is geïnspireerd door:
- Dit kunstwerk is gekopieerd naar: /
- B) De invloed van dit kunstwerk op andere kunstwerken:
- Dit kunstwerk is in prent omgezet (door):
- Dit kunstwerk is inspirerend voor:
- Dit kunstwerk is gekopieerd (door):
OPGELET: indien u een andere taal gekozen hebt, zullen de titels van deze boeken en artikels helaas automatisch mee vertaald worden!
GÉNARD Pierre , Verzameling der graf- en gedenkschriften van de provincie Antwerpen. Arrondissement Antwerpen, dl. 5, Antwerpen, 1873: p. 34.
JANSEN Ad., Het O.L. Vrouwaltaar in de St. Pauluskerk te Antwerpen in Tijdschrift voor Geschiedenis en folklore, 4, 1941, 3-4: p. 137-145.
JANSSENS Aloïs, Sint-Pauluskerk te Antwerpen en haar kunstbezit, Antwerpen, 1971: p. 75.
Anoniem, “Contract voor het O.L. Vrouwaltaar in de Sint-Pauluskerk“ in Sint-Paulus-Info, nr. 12, 1983: p. 63.
HERREMANS Valérie, Sebastiaan De Neve, het rozenkransaltaar en hun plaats in de vormgeschiedenis van de Zuid-Nederlandse altaarbouwkunst in Sint-Paulus-Info, nr. 69, 2001: p. 1686-1689.
SIRJACOBS Raymond, Sint-Pauluskerk Antwerpen. Historische gids, 2de herw. uitg., Boechout, 2001: p. 62.
MANNAERTS Rudi, Sint-Paulus. De Antwerpse dominicanenkerk, Antwerpen, 2014: p. 87-89.