De schilderijencyclus als geheel bekeken…

Vaak wordt in kerkgidsen vanuit een kunsthistorische benadering het aantal schilderijen van deze reeks Mysteries mee vermeld in de titel, nl. ‘vijftien’, maar in de zegswijze van de Rozenkransdevotie wordt geen aantal vermeld: noch bij de hele reeks, noch bij elk van de drie subcategorieën: Blijde, Droeve of Glorievolle Mysteries.

Type kunstwerk: schilderijencyclus

Kunstenaar: 11 verschillende schilders

MANNAERTS 2014: p. 99:

Omdat aan niet minder dan elf verschillende schilders tegelijkertijd gevraagd wordt minstens één tafereel voor hun rekening te nemen, ontstaat een unieke suite die de Antwerpse Schilderschool vertegenwoordigt met inbegrip van het werk van de drie grootmeesters Rubens, Van Dyck en Jordaens, alsook van Cornelis De Vos en Teniers de Oude. Nu is de Sint-Pauluskerk de enige plaats waar men nog een Rubens, een Van Dyck én een Jordaens op hun oorspronkelijke locatie vindt. Hoewel de achttienjarige Van Dyck nog maar een beginneling was, krijgen zij voor hun werk alle drie een even grote som uitgekeerd. Ze werden duidelijk meer geapprecieerd door de opdrachtge­vers dan de andere schilders, want de enige die nog hoger gequoteerd stond – zo blijkt uit de vergoeding – was Hendrik Van Balen.

Datering: de hele reeks schilderijen: tussen 1615 en 1620

 

MANNAERTS 2014: p. 99:


Vóór 1617 wordt de cyclus van vijftien schilderijen op paneel besteld voor de noord­beuk die in het verlengde van het toenmalige Maria-altaar, op het uiteinde van deze beuk, uitgroeit tot een grootse Mariakapel. Stilistisch zijn de werken van Rubens, Van Dyck, Jordaens en David I Teniers te dateren ca. 1616–1617.

  • Tussen 1615-1620:

SIRJACOBS 1993: p. 4.

  • 1617

Opschrift op de luiken van de 19de-eeuwse kopie van De Geseling, door Rubens, ROOSES Max, (gebaseerd op de gemelde luiken, aldus VAN PUYVELDE L., p. 68.)

  • 1618: voor alle schilderijen

SIRJACOBS, Sint-Paulus-Info, nr. 70, Inventaris, dl. I, 2006: p. 1804, nr. E1.)

 

  • Tussen ca. 1620-1630:
  • WUYTS Leo, De vijftien schilderijen van de Rozenkrans in Sint-Paulus-Info, nr. 14, 1983: p. 73. (gebaseerd op document in kerkarchief, ca. 1700 lijst der ‘Schilderijen van de 15 mysterien’)

BAUDOUIN Frans, Pietro Pauolo Rubens, Antwerpen (Mercatorfonds), 1977: p. 116:

Een nog niet voldoende opgehelderd probleem is dat van de datering van de cyclus. Hierover is in de archiefstukken geen aanduiding te vinden. Het is daarom des te opmerkelijker dat op de negentiende eeuwse lijst van Rubens’ GESELING van Christus-vervaardigd toen het paneel uit de reeks werd gehaald en vervangen door de kopie van Van Ysendyck – het jaartal 1617 staat. Het is niet onmogelijk dat deze werd aangebracht op grond van bepaalde (archivalische?) gegevens die toen nog voorhanden waren en die intussen verdwenen zijn. In ieder geval is een datering in of omstreeks 1617 niet in tegenspraak met de resultaten van de stijlkritische vergelijking met andere werken uit die tijd, noch voor Rubens noch voor de andere kunstenaars, waarvoor men over aanknopingspunten beschikt. (Dit geldt o.m. voor Van Dyck (H. VEY, Die Zeichnungen Anton Van Dycks, I, Brussel, 1962, p. 85) en Jordaens (R.-A. D’HULST, De tekeningen van Jacob Jordaens, Brussel, 1956, p. 19).

Antoon Van Dyck anders bekeken – over ‘registers en contrefeytsels, tronies en copyen’ in Antwerpse kerken en kloosters, (ttst.cat.), Antwerpen, 1999 (uitg. TOPA):

De datering van de reeks in 1617 is niet uit archivalische documenten gekend, maar door een 19de-eeuws opschrift op de luiken die ca. 1818-24 aan het schilderij van Rubens werden toegevoegd. Stilistisch is deze datering aanvaardbaar voor alle vijftien de werken.

Stijl: barok

BAUDOUIN Frans, Pietro Pauolo Rubens, Antwerpen (Mercatorfonds), 1977: p. 116:

Vergeleken met de overige stukken uit de reeks, waarvan de stijl nog tal van ‘archaïsche’, laat-zestiende eeuwse trekken vertoont, vallen de schilderijen van Rubens, Van Dyck en Jordaens op door een onmiskenbare zin voor synthese in de uitbeelding, een voor de tijd meer gedurfde en meer ‘moderne’ vormgeving, en een krachtig koloriet. En toch zijn ze harmonisch in de reeks opgenomen. Die integratie in een evenwichtig geheel kan worden verklaard uit het feit dat de drie schilders zich hebben aangepast aan de algemene opzet van de reeks: in de vijftien panelen werden de figuren alle nagenoeg levensgroot uitgebeeld en, rekening houdend met de hoogte waarop de stukken dienden te worden geexposeerd, is de compositie zoveel mogelijk naar voren geplaatst. Het hierdoor bereikte sculpturale effect wordt nog versterkt door het feit dat de figuren helemaal op het voorplan werden geschoven, zodat ze onderaan op de lijst schijnen te staan of deze met de voet raken.

Materiaal: olieverf op panelen

Afmetingen: gemiddeld 220 x 164 cm

Inventarisnr.:

SIRJACOBS, Inventaris, dl. I, Sint-Paulus-Info, nr. 70, 2006: p. 1804-1806, nr. E1-E15.

Locatie: MANNAERTS, 2014: p. 99:

Vóór 1617 wordt de cyclus van vijftien schilderijen op paneel besteld voor de noordbeuk die in het verlengde van het toenmalige Maria-altaar; op het uiteinde van deze beuk, uitgroeit tot een grootse Mariakapel.

Antoon Van Dyck anders bekeken – over ‘registers en contrefeytsels, tronies en copyen’ in Antwerpse kerken en kloosters, (ttst.cat.), Antwerpen, 1999 (uitg. TOPA):

Zoals te zien is op een interieurzicht van Peter I Neeffs uit 1636 (Amsterdam, Rijksmuseum), waren de vijftien schilderijen net zoals vandaag opgehangen tegen de noorderwand, boven de lambrisering met biechtstoelen. Van west naar oost volgden de vijftien mysteries elkaar op, eerst de vijf Blijde (de boodschap aan Maria, het bezoek van Maria aan Elisabeth, de geboorte van Jezus, de opdracht van Jezus in de tempel, het terugvinden van Jezus in Jeruzalem); vervolgens de vijf Droevige (de doodstrijd in de Hof van Olijven, de geseling, de doornenkroning, de kruisdraging, de kruisdood van Christus) en ten slotte de vijf Glorierijke Mysteries (de Verrijzenis, de hemelvaart van Christus, de nederdaling van de H. Geest over de apostelen, de tenhemelopneming van Maria, de kroning van Maria). Op het schilderij van Neeffs is Van Dycks schilderij evenwel achter een pijler verscholen.

Tussen de Doornenkroning van Antoon de Bruyn en De Kruisdraging van Antoon Van Dyck in, werd La Madonna del Rosario van Caravaggio ingelast. Dit schilderij (nu Wenen, Kunsthistorisches Museum) werd pas in 1623 door Rubens, Jan I Brueghel, Hendrik van Balen en anderen voor 1.800 gulden aangekocht en aan de Broederschap geschonken.

In 1651 komt er verandering in de opstelling. Het schilderij van Caravaggio wordt gekozen als altaarstuk voor het nieuwe Rozenkransaltaar in de noorderdwarsbeuk. Ook wordt een nieuw koordoksaal met twee altaren gebouwd. Toen Descamps in 1753 op bezoek kwam, deed de Kruisdraging van Van Dyck dienst als altaarstuk voor het H. Kruisaltaar tegen het koordoksaal, rechts. Vandaar wellicht dat het schilderij 5 cm korter is dan de veertien andere.

Of deze toestand reeds uit 1651 dateert is niet met zekerheid te weten, maar bij het bezoek van Nicodemus Tessin in 1687 had de verandering reeds plaatsgevonden. De toestand bleef ongewijzigd tot het begin van de jaren 1770. Mols vermeldt in 1774 dat De Kruisdraging sedert kort weer op zijn oorspronkelijke plaats hangt.

MANNAERTS 2014: p. 98-99:

Het rozenkransgebed biedt de ongeletterden van de 17de eeuw een houvast om de belang­rijkste passages uit het leven van Jezus en Maria te overwegen. Conform de honderdvijftig psalmen in het koorgebed van de kloosterlingen krijgen ze een richtsnoer om even veel weesgegroeten te bidden, tien per mysterievol moment. De vijftien Mysteries van de Rozenkrans op een rij vormen als het ware Maria’s fotoalbum, maar dan één dat niet alleen de blijde en de glorierijke momenten, maar – eerlijkheidshalve – evenzeer de droevige ogenblikken toont. De vijftien mysteries staan in vaste volgorde: eerst de vijf Blijde, vervolgens de vijf Droeve en ten slotte de vijf Glorierijke. Van de vierde reeks, Mysteries van het Licht, in 2002 toegevoegd door paus Johannes-Paulus II, was er nog geen sprake. De Blijde Mysteries handelen over Maria als aanstaande jonge moeder: de boodschap aan Maria, het bezoek van Maria aan Elisabeth, de geboorte van Jezus, de opdracht van Jezus in de Tempel, het terugvinden van Jezus in Jeruzalem. Waar men in een gewoon fotoalbum niet graag wil herinnerd worden aan zijn verdriet, zijn hier de Droeve Mysteries wél present, om eerlijk te laten zien hoe het leven is. Maria kon enkel bij Jezus’ kruisdraging en kruisdood aanwezig zijn, niet bij de eerste drie Mysteries. Is Maria eerst getuige van Jezus’ Glorierijke Mysteries zoals de Verrijzenis en de Hemelvaart, alsook bij de neerdaling van de Heilige Geest over de apostelen, dan speelt Maria de hoofdrol bij de laatste twee: haar tenhemelopneming én kroning in de hemel.

Vóór 1617 wordt de cyclus van vijftien schilderijen op paneel besteld voor de noord­beuk die in het verlengde van het toenmalige Maria-altaar, op het uiteinde van deze beuk, uitgroeit tot een grootse Mariakapel. De reeks laat zich – volgens de chronolo­gische ordening van het verhaal – lezen van links naar rechts, hangt dus op van west naar oost, en eindigt bij het altaar.

Aparte onderdelen van dit kunstwerk: zie de gegevens bij de aparte kunstwerken

Onderdeel van een groter geheel: /

Opdrachtgever:

MANNAERTS 2014: p. 107, 119:

De dominicaan pater Boucquetius was mogelijk de opdrachtgever voor de hele reeks, omdat hij een groot ijveraar was voor de rozenkransdevotie.

De dominicaan Johannes Boucquet, prior in 1613–1617, is mogelijk de opdrachtgever van de hele reeks.

Schenker:

Antoon Van Dyck anders bekeken – over ‘registers en contrefeytsels, tronies en copyen’ in Antwerpse kerken en kloosters, (ttst.cat.), Antwerpen, 1999 (uitg. TOPA):

In tegenstelling tot wat in de literatuur algemeen geschreven wordt, werd deze reeks niet door de dominicanen zelf besteld en betaald, in het kader van een soort concurrentiestrijd met de andere kloosterorden in de Scheldestad. De opdrachtgevers waren daarentegen allemaal leden van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, die elk afzonderlijk of samen de betaling van één schilderij op zich namen. Zo werd Antoon Van Dyck betaald door Jan van den Broek (†1649), kapelheer van de Rozenkransbroederschap sinds 1611 en tevens stadsaalmoezenier. De andere schenkers waren voor zover bekend Adam Verjuys, juffrouw Wissekercke, Peter Bouvrey en Jan-Baptist de Vos, Magdalena Lewieter, Louis Clarisse, de weduwe Vloers, Peeter Sproenck, de weduwe Capello, de heer Colijns, Cornelis Verbeeck en ten slotte de enige dominicaan: pater Joannes Boucquet, prior van het klooster en naar alle waarschijnlijkheid inspirator van de cyclus. Hij was het die in 1605 te Lier een Broederschap van de Rozenkrans oprichtte, en in 1616 eveneens te Mechelen.

MANNAERTS 2014: p. 99:

De meeste schilderijen staan op rekening van een met naam gekende weldoener; enkel het vijfde en het veertiende zijn bekostigd door algemene bijdragen. Naast een predikheer en eventueel een kunstschilder hebben ook de andere weldoeners een vaste voet in de dominicanenkerk. Ofwel gaat het om een verwante van de predikheren, of om een toenmalige of toekomstige kapelmeester van de Rozenkransbroederschap, ofwel liggen zij of eventueel hun familie er begraven.

Antoon Van Dyck anders bekeken – over ‘registers en contrefeytsels, tronies en copyen’ in Antwerpse kerken en kloosters, (ttst.cat.), Antwerpen, 1999 (uitg. TOPA):

Opmerkelijk is niet dat Rubens en Jordaens hiervoor elk 150 gulden kregen, maar wel dat de 18-jarige Antoon Van Dyck dezelfde som toebedeeld kreeg. Alleen Hendrik van Balen kreeg meer, namelijk 216 gulden; alle anderen werden minder betaald.

Voorstudies:

Herkomst:

Verdere geschiedenis

In 1794 eist de Franse bezetter als oorlogsbuit o.m. vele werken van de beroemdste barokschilders Rubens, Jordaens en van Dyck op, wat voor de Sint-Pauklusjkerk het verlies betekent van drie Rozenkransmysteries, meer bepaald het tweede, vierde en vijfde Droeve Mysterie: De Geseling (Pieter Paul Rubens), De Kruisdraging (Antoon van Dyck) en De Kruisdood (Jacques Jordaens). Door deze roof en wegvoering naar Parijs is de reeks tot 1815 niet volledig ter plaatse.

Nog in hetzelfde jaar van Naoleons nederlaag in de Slag van Waterloo in 1815 keren deze drie werken samen met twee andere Rubensen uit de Sint-Pauluskerk en een dertigtal andere werken naar Antwerpen terug. Na een tijdelijke tentoonstelling in het museum van de academie worden ze in het voorjaar van 1816 naar hun oorsrspronkelijke plaats teruggebracht.

Restauraties: Restauratiegeschiedenis Rozenkransreeks:

VAN DER VOORT Marijse, De restauratie van de suite van de “Vijftien mysteries van de Rozenkrans” in: Sint-Paulus-Info, nr. 64, Antwerpen, 1997: p. 1323-1330:

De panelen van de Rozenkransreeks werden gerestaureerd door Marijse Van Der Voort. Deze restauratie werd beëindigd in 1997. De panelen waren beschadigd door klimatologische schommelingen en een ongunstige vochtigheidsgraad. Ook door de verplaatsing van de kunstwerken door de eeuwen heen zorgde voor beschadigingen. De omlijstingen van de panelen zijn niet oorspronkelijk. De schilderijen werden vroeger meermaals behandeld. De meerderheid van de panelen vertoonden plaatselijk veel craquelures. De vernislaag was op alle schilderijen zeer sterk vervuild en nagedonkerd.

Tentoonstellingen:

A) Andere kunstwerken die dit kunstwerk hebben beïnvloed:

  • Dit kunstwerk is geïnspireerd door:
  • Dit kunstwerk is gekopieerd naar: / 

B) De invloed van dit kunstwerk op andere kunstwerken:

  • Dit kunstwerk is in prent omgezet (door):
  • Dit kunstwerk is inspirerend voor:

Bij de realisatie van kruiswegen in de 19de eeuw laat menig kunstenaar zich voor sommige afzonderlijke staties graag inspireren door de Droeve Mysteries van de beroemde barokschilders. Zie verder bij het betreffende Mysterie.

  • Dit kunstwerk is gekopieerd (door):

OPGELET: indien u een andere taal gekozen hebt, zullen de titels van deze boeken en artikels helaas automatisch mee vertaald worden!
U kan zelf de bibliografie sorteren op jaartal of op auteur.

[docxpresso file=”https://spk.kunstgeschiedenis-kerken-antwerpen.be/wp-content/uploads/SP-12-00-Schilderijencyclus.odt” comments=”true” SVG=”true”]

Translate »