Het vijfde Glorievolle Mysterie van de Rozenkrans
De Kroning van Maria

Type kunstwerk: schilderij

Vijfde Glorievolle Mysterie: De Kroning van Maria, Aernout Vinckenborgh

Kunstenaar:

BALaT KIK-IRPA; MANNAERTS 2014; SIRJACOBS 2001; JANSSENS 1971:

Aernout Vinckenborgh (1585-1620)

 

Datering: tussen 1615 en 1620; zie datering van de gehele Rozenkransreeks

Stijl: barok

Materiaal: olieverf op paneel

Afmetingen: 220 x 162 cm. (bron: inventaris Sint-Paulus)

217 x 160 cm. (bron: BALaT KIK-IRPA)

Inventarisnr.:

SIRJACOBS, Inventaris, dl. I, Sint-Paulus-Info, nr. 70, 2006: p. 1806, nr. E15.

DONNET: PA.029.E0015

Locatie: noordbeuk die opgevat wordt als Mariakapel

MANNAERTS 2014: p. 127:

Nergens eerder in de reeks neemt Maria de meest eminente plaats in, want nu pas deelt zij voorgoed in de heerlijkheid van God. Als beloning voor haar ‘trouw tot de dood’, aldus Apoc. 2:10, krijgt zij ‘de kroon van het (eeuwig) leven’ aangereikt. God manifesteert zich drie-enig. God de Vader, de heer van het leven, heeft de globe van het heelal bij zich en is liturgisch gekleed in een gouden geborduurde koormantel. Geheel volgens de geloofsbelijdenis, is de verrezen Christus, de Zoon, gezeten ‘aan de rechterhand van de Vader’. Terwijl Hij met een hand zijn moeder bij de arm neemt (en haar ‘opneemt’), houdt Hij met de andere hand samen met God de Vader Maria de kroon boven het hoofd. De zinnebeeldige duif van Gods Heilige Geest strekt zijn vleugels over haar uit.

Zoals in menig lied van de feestdag verheugen de engelen zich over Maria’s tenhemelopneming. Met vierentwintig vormen zij vreugdevol een grote kring rond het hoofdgebeuren met Onze-Lieve-Vrouw. Zeven bespelen een muziekinstrument; links: een schellentrommel (bovenhoek), een altviool en een contrabas (beneden); en rechts: een blokfluit (boven), een hoorn en een luit en een orgelpositief (benedenhoek).

Maria blijft hier voorgesteld als een jongere vrouw, omdat de erfzonde en bijgevolg de vergankelijkheid geen vat op haar krijgen. Indachtig de liturgische tekst de Koning is verrukt door uw schoonheid (Ps. 44) is de schilder erin geslaagd haar als echt bevallig weer te geven. Ze draagt een witte jurk, een glanzende, lichtblauwe satijnen mantel en over haar lange donkerblonde haren een hoofddoek: de kleuren van Maria Onbevlekt Ontvangen. Deze titel wordt ook weergegeven door het ensemble van hemellichamen: zon, maan en (kroon met) twaalf sterren, ontleend aan de Apocalyptische Vrouw. Deze is bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren (Apoc. 12:1). Subtiel draagt Maria hier de zon als een aureool, maar opdat ze niet voornamer zou ogen dan de Goddelijke Personen, heeft de kunstenaar haar aureool schijf ‘lucht-ig’ lichtblauw gehouden, enkel aangegeven door een gele rand. Maria’s gebruikelijke geste om van ingetogen verrukking een hand op de borst te houden, staat hier voor haar vreugdelied Magnificat: Want Hij heeft neergezien op de kleinheid van zijn dienstmaagd (Lc. 1:48). Haar oogcontact met de toeschouwer is voor een dergelijk tafereel hoogst uitzonderlijk. Het lijkt wel of ze ons recht in de ogen kijkt met een blik van: ‘Mijn geluk kan ook het uwe worden. Ik zal uw voorspreekster zijn.’

DONNET:

Het vijftiende schilderij in de reeks van de Vijftien Mysteries van de Rozenkrans, het vijfde der Glorierijke Mysteries: De Kroning van Maria. Maria zit centraal, een hand op de borst en heeft oogcontact met de toeschouwer: het lijkt of ze ons recht in de ogen kijkt. Ze wordt geflankeerd door Christus links en God de Vader rechts, haar aureool wordt gevormd door de zon, ze zit met de voeten op de maansikkel. God de Vader heeft een globe bij zich en is liturgisch gekleed in een gouden geborduurde koormantel. Christus zit aan de rechterhand van de Vader. Terwijl Hij met één hand zijn moeder bij de arm neemt (en haar ‘opneemt’), houdt Hij met de andere hand samen met God de Vader Maria een kroon met twaalf sterren boven het hoofd. Maria wordt voorgesteld als een jonge vrouw. Ze draagt een witte jurk, een glanzende, lichtblauwe satijnen mantel en over haar lange donkerblonde haren een hoofddoek. Boven haar verschijnt de Duif van de Heilige Geest. Vierentwintig engelen en putti omgeven haar, zeven ervan zijn voorzien van muziekinstrumenten: links: een schellentrommel (bovenhoek), een altviool en een contrabas (beneden) en rechts: een blokfluit (boven), een hoorn, een luit en een orgelpositief (benedenhoek). Onder de maansikkel staan twee hoofdjes van jaloerse duiveltjes afgebeeld. (bron: Donnet)

De zon, de maan en de twaalf sterren zijn apocalyptische symbolen – de maan wijst op de ijdelheid van de aardse dingen, die door Maria vertrapt wordt – de twaalf sterren wijzen op de twaalf deugden van Maria (Apoc. 12:1): in 1622 bijvoorbeeld bestond er een gebedsoefening bij de Rozenkrans-broederschap genaamd het ‘cransken der twaalf sterren’: “The first is her innocence; the second her simplicity; the third her humility; the fourth her obedience; the fifth her patience; the sixth her love for God; the seventh her charity towards her neighbor; the eighth her contempt of and disengagement from the world and from herself; the ninth her virginal purity; the tenth her silence; the eleventh her gentleness and meekness; the twelfth her modesty.”(bron: http://www.motherofallpeoples.com/2011/05/twelve-virtues-of-the-childhood-of-our-lady/ , dd. 20/09/2016); Most Pure (Mt. 1:18, 20, 23; Lk 1:27,34)-Most Prudent (Lk 2:19, 51)-Most Humble (Lk 1:48)-Most Faithful (Lk 1:45; Jn 2:5)-Most Devout (Lk 1:46-7; Acts 1:14)-Most Obedient (Lk 1:38; 2:21-2, 27)-Most Poor (Lk 2:7)-Most Patient (Jn 19:25)-Most Merciful (Lk 1:39, 56)-Most Sorrowful (Lk 2:35)(bron:  https://padrimariani.org/en/the-ten-evangelical-virtues-of-mary/) (opmerking: hier ontbreken er twee) – de kunstenaar volgt getrouw de tekst van de ‘Legenda Aurea’ – de kroon die Maria wordt aangereikt is die van het eeuwig leven (Apoc. 2:10) – God de Vader, de heer van het leven, heeft de globe van het heelal bij zich – Maria wordt voorgesteld als een jongere vrouw, omdat de erfzonde en bijgevolg de vergankelijkheid geen vat op haar krijgen – de witte jurk, de glanzende, lichtblauwe satijnen mantel en de lange donkerblonde haren van Maria zijn de kleuren van Maria Onbevlekt Ontvangen. Deze titel wordt ook weergegeven door het ensemble van hemellichamen: zon, maan en twaalf sterren, ontleend aan de Apocalyptische Vrouw (Apoc. 12:1) – subtiel draagt Maria hier de zon als aureool, maar opdat ze niet voornamer zou ogen dan de Goddelijke Personen, heeft de kunstenaar haar aureoolschijf ‘lucht-ig’ lichtblauw gehouden, enkel aangegeven door een gele rand – de hand op de borst, is Maria’s gebruikelijke geste om van ingetogen verrukking.

Eenvoudig zwart geschilderd kader met vergulde binnenrand.

 

Aparte onderdelen van dit kunstwerk: /

Onderdeel van een groter geheel: Rozenkransreeks

Opdrachtgever:

Schenker:

ROOSES 1906:

Volgens de lijst in het archief van de Sint-Pauluskerk (overgenomen door ROOSES, 1906: p. 10-11): Weduwe Capello, 66 gulden.

Gift van weduwe Capello (JANSSENS 1971), meisjesnaam Maria Boxhorn, moeder van Marius Ambrosius Capello, later prior van het Antwerpse dominicanenklooster en bisschop van Antwerpen (MANNAERTS 2014), ze ligt samen met haar man begraven in Sint-Paulus, het epitaafbeeld van haar en haar echtgenoot bevindt zich op het hoogkoor langs de noordzijde, vlakbij het hoofdaltaar (SIRJACOBS 2001)(MANNAERTS 2014) – kostprijs 66 gulden. (JANSSENS 1971)

MANNAERTS 2014: p. 127:

De schenkster, de weduwe Maria Boxhorn, is de moeder van Marius Ambrosius Capello, later prior van het Antwerpse dominicanenklooster en bisschop van Antwerpen. Het epitaafbeeld van haar en haar echtgenoot staat vlakbij het hoofdaltaar.

Voorstudies:

Herkomst: /

Verdere geschiedenis:

Restauraties:

Tentoonstellingen:

A) Andere kunstwerken die dit kunstwerk hebben beïnvloed:

  • Dit kunstwerk is geïnspireerd door:
  • Dit kunstwerk is gekopieerd naar: / 

B) De invloed van dit kunstwerk op andere kunstwerken:

  • Dit kunstwerk is in prent omgezet (door):
  • Dit kunstwerk is inspirerend voor:
  • Dit kunstwerk is gekopieerd (door):

OPGELET: indien u een andere taal gekozen hebt, zullen de titels van deze boeken en artikels helaas automatisch mee vertaald worden!
U kan zelf de bibliografie sorteren op jaartal of op auteur.

@Jaar

@Auteur

Referentie

1765

 

Beschryvinge der bezonderste werken van de schilder-konste ende beeldhouwerye, nu ter tyd zynde in de kerken, kloosters, ende openbaere plaetsen der stad Antwerpen, in het licht gegeêven tot profijt der Reyzers. Op nieuws overzien, verbetert ende vermeerdert, Antwerpen (drukker BERBIE Gerardus), 1765: p. 74.

Google-books

1910

DE WIT Jacobus, DE BOSSCHERE J.

De kerken van Antwerpen. Schilderijen, beeldhouwwerken, geschilderde glasramen, enz., in de XVIIIe eeuw beschreven door Jacobus de Wit. Met aantekeningen door J. De Bosschere en grondplannen,​​ Antwerpen, 1910: p. 56.

1971

JANSSENS Aloïs

Sint-Pauluskerk te Antwerpen en haar kunstbezit, 1971: p. 108.

1972

ROBBROECKX Mark

De vijftien rozenkransschilderijen van de Sint-Pauluskerk te Antwerpen, Gent, 1972: p. 114-16.

1985

WUYTS Leo

De Kroning in de Hemel​​ in​​ Sint-Paulus-Info, nr. 23, 1985: p. 203.

1993

SIRJACOBS Raymond en COOLEN Guido

Antwerpen Sint-Pauluskerk: de Vijftien Mysteries van de Rozenkrans, Antwerpen, 1993: p. 56.

2001

SIRJACOBS Raymond

Sint-Pauluskerk Antwerpen. Historische gids, 2de​​ herw. uitg., Boechout, 2001: p. 56-57.​​ 

2004

SIRJACOBS Raymond

Antwerpen Sint-Pauluskerk. Rubens en de Mysteries van de Rozenkrans, Boechout, 2004 (?): p. 86.

2006

VAN HOUT Nico

Schilderkunstige kanttekeningen bij de Rozenkransreeks in de Sint-Pauluskerk te Antwerpen​​ in​​ Munuscula amicorum.​​ Contributions on Rubens and his Colleagues in Honour of VLIEGHE Hans, K. Van der Stighelen (ed.), 2006: p. 471-472.

2014

MANNAERTS Rudi

Sint-Paulus. De Antwerpse dominicanenkerk, Antwerpen, 2014: p. 126-127.

 

 

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »